Erfenisrechten op buitenlandse goederen en verrekening van successierechten

Als een Belgische ingezetene overlijdt, dan zijn er erfbelasting (in het Vlaamse Gewest) of successierechten (in de 2 andere gewesten) verschuldigd op alle goederen van de overledene. Het speelt geen rol of het gaat over goederen in binnen- of buitenland. Maar het Grondwettelijk Hof ziet wel een discriminatie tussen buitenlandse roerende goederen en buitenlandse onroerende goederen als het gaat over de verrekening van de buitenlandse successierechten.

Belgische of buitenlandse successierechten

De Belgische successierechten zijn verschuldigd als de overledene zijn domicilie of de zetel van zijn vermogen in België heeft. “Domicilie” betekent niet de wettelijke maar wel de feitelijke woonplaats, de plaats waar de overledene zijn werkelijke en blijvende woonplaats heeft. De zetel van fortuin is de plaats van waaruit het vermogen beheerd wordt.

Vlabel, de Vlaamse belastingdienst, heeft al te kennen geven dat zij ervan uitgaan dat als de overledene in België ingeschreven was in de bevolkingsregisters, hij/zij geacht wordt een Belgische ingezetene te zijn.

Welke belasting verschuldigd is -de Vlaamse, Brusselse of Waalse- hangt af van de laatste fiscale woonplaats van de overledene. Als de overledene de laatste vijf levensjaren op meer dan één plaats in België woonde, dan geldt als regel dat u kijkt naar de plaats waar de overledene het langst woonde in die vijf jaar.

De feiten

In 2007 overlijdt mijnheer A in Spanje. Hij is Belgische ingezetene maar heeft in Spanje zowel onroerende goederen als roerende goederen. Op die goederen worden in Spanje een erfbelasting geheven.

Die goederen zijn vervolgens ook nog eens in België belastbaar. Het is echter toegestaan om de buitenlandse erfbelasting te verrekenen met de in België verschuldigde erfbelasting.

Artikel 17 van het wetboek der successierechten zoals het in 2007 van toepassing was, staat die verrekening echter enkel toe voor buitenlandse erfbelasting die geheven werd op de in het buitenland gelegen onroerende goederen. Belastingplichtigen die in het buitenland aangehouden roerende goederen behalen uit de nalatenschap van een rijksinwoner, krijgen geen verrekening op die buitenlandse erfbelasting.

Oud onderscheid

Dit verschil in behandeling tussen roerende en onroerende goederen is een bewuste keuze... uit 1923! Bij de voorbereidende werken toen waren er wel kamerleden die zich afvroegen of de verrekening van de buitenlandse erfbelasting niet moest toegestaan worden, zowel voor roerende als voor onroerende goederen. Maar de verslaggever antwoordde toen dat "het [hem] niet mogelijk [was] te onderzoeken of, en in welke mate, in het buitenland successierechten geheven worden op de roerende waarden die behooren tot de nalatenschap van een inwoner van ons land. ... Men mag dus zeggen dat het billijk is het Belgisch tarief van successierechten in zijn geheel toe te passen op het gansche roerend vermogen door een inwoner van het Rijk nagelaten”.

Het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof stelt dat er sinds 1923 toch wel wat veranderd is (arrest nr. 80/2021). Heel wat landen heffen nu ook erfbelasting. De mobiliteit van goederen en kapitalen is aanzienlijk toegenomen. Veel meer Belgen houden veel meer roerende goederen aan in het buitenland dan 100 jaar geleden. En het kan om belangrijke bedragen gaan.

Het Vlaamse gewest beweerde nog voor het Hof dat de mogelijkheid om buitenlandse erfbelasting te verrekenen met de Belgische erfbelasting, erfgenamen er toe zou aanzetten om na het overlijden van de erflater, roerende goederen over te brengen naar het buitenland om aan de Belgische erfbelasting te ontsnappen. Maar het Hof vindt dat het risico op belastingontduiking geen verantwoording kan zijn om belastingplichtigen ter goeder trouw uit te sluiten van de verrekening.

Het Hof besluit dan ook dat het onderscheid tussen onroerende en roerende goederen qua verrekening van de buitenlandse erfbelasting, niet berust op een pertinent criterium van onderscheid en dat het verschil in behandeling dus niet redelijk verantwoord is.

Buitenlandse tegoeden

Als de overledene financiële beleggingen had in het buitenland, dan kunnen de erfgenamen voortaan de buitenlandse erfbelasting –indien van toepassing– aftrekken van de Belgische erfbelasting. Het concrete geval betrof een inwoner van het Vlaamse gewest, maar de conclusie geldt evengoed voor het Brussels Hoofdstedelijk gewest en het Waalse gewest.